De Franse taal heeft flink wat haken en ogen. Heb je deze taal niet goed onder de knie? Dan is de kans groot dat je fouten maakt bij Franse vertalingen. Omdat dit voor miscommunicatie kan zorgen, is het zaak om te voorkomen dat je dergelijke fouten maakt. Wat dat betreft ben je hier aan het juiste adres. Vertaalbureau Perfect heeft op deze pagina namelijk een aantal veelgemaakte fouten bij Franse vertalingen op een rijtje gezet.

  1. ‘Ordinaire’ betekent iets anders dan ‘onbeleefd’

    Het Franse woord ‘ordinaire’ en het Nederlandse ‘ordinair’ worden op dezelfde manier uitgesproken. Hierdoor denken veel mensen dat beide woorden dezelfde betekenis hebben. Het gevolg hiervan is dat zij het woord vaak één-op-één vertalen. Dit is een typisch voorbeeld van ‘faux amis’ of valse vrienden. De woorden lijken weliswaar op elkaar, maar hebben in beide talen een andere betekenis.

    Moet je het Franse woord ‘ordinaire’ vertalen naar het Nederlands? Dan doe je dit misschien als ‘onbeleefd’ of ‘niet netjes’. Dit is inderdaad de Nederlandse betekenis van het woord ‘ordinair’, maar in het Frans wordt er iets anders mee bedoeld. Als een Fransman het over ‘ordinaire’ heeft, geeft hij aan dat hij iets ‘alledaags’ of ‘gewoon’ vindt. Het Franse woord voor ‘onbeleefd’ of ‘niet netjes’ is ‘vulgaire’ of ‘grossier’

  2. Werkwoorden met elkaar verwarren

    Naast valse vrienden gaan veel mensen ook de fout in met werkwoorden bij Franse vertalingen. Ga je een tekst van het Nederlands naar het Frans vertalen? Dan is het van belang om de juiste Franse werkwoorden te gebruiken. Helaas gebruiken veel Nederlanders verkeerde werkwoorden als zij een tekst van het Nederlands naar het Frans vertalen. Het werkwoord ligt misschien in de buurt van dat wat je wilt zeggen, maar de betekenis is net iets anders. Hierdoor heeft een Fransman mogelijk geen idee waar je het over hebt.

    Om het verwarren van werkwoorden wat duidelijker te maken, lichten we deze veelgemaakte fout bij Franse vertalingen toe aan de hand van de werkwoorden ‘voir’ en ‘regarder’. Deze werkwoorden kunnen allebei vertaald worden als ‘kijken’, maar toch is er een belangrijk verschil. ‘Voir’ is namelijk de passieve vorm en betekent ‘zien’, terwijl ‘regarder’ de actieve vorm is en ‘bekijken’ betekent. Kijk maar eens naar de onderstaande voorbeeldzinnen:

    • Je regarde la télé = Ik ben tv aan het kijken
    • Je vois la télé = Ik zie de tv
  3. Met de eerste zin geef je aan dat je zelf actief naar een tv-programma kijkt, terwijl je met de tweede zin alleen zegt dat je de tv ziet staan. Deze veelgemaakte fout treedt overigens niet alleen op bij ‘voir’ en ‘regarder’, maar ook bij ‘parler’ en ‘dire’.

  4. ‘Visiter’ gebruiken als je bij iemand op bezoek gaat

    Wil je een Nederlandse tekst naar het Frans vertalen en staat hier iets in over bij iemand op bezoek gaan? Dan heb je misschien de neiging om dit te vertalen met ‘visiter’. Dit is een veelgemaakte fout bij Franse vertalingen, want je mag dit Franse werkwoord nooit gebruiken om aan te geven dat je bij een persoon op bezoek gaat. In de Franse taal wordt dit werkwoord namelijk alleen gebruikt door mensen die aan willen geven dat ze een plaats of gebouw bezoeken.

    Nu vraag jij je waarschijnlijk af hoe je in het Frans wel aangeeft dat je bij iemand op bezoek gaat. Dit doe je als volgt: ‘rendre visite à quelqu’un’. Wil je de zin ‘ik ga bij mijn tante op bezoek’ vertalen naar het Frans? Dan doe je dit als volgt: ‘je vais rendre visite à ma tante’. Vertaal je de deze zin als ‘je vais visiter ma tante’? Dan is de kans groot dat je de lachers op je hand krijgt. Een Fransman denk dan namelijk dat je iemand uit gaat wonen.

  5. Mannelijke en vrouwelijke woorden door elkaar halen

    In de Nederlandse taal speelt het geslacht van woorden geen bijzonder grote rol, maar in de Franse taal is dit wel het geval. Als je niet weet of een woord mannelijk of vrouwelijk is, kan dit problemen opleveren bij vertalen naar het Frans. Denk je dat een woord vrouwelijk is, maar is het mannelijk? Dan kun je een verkeerd lidwoord of bijvoeglijk naamwoord gebruiken. Het gevolg hiervan is dat een Fransman mogelijk niet weet waar je het over hebt of je juist verkeerd begrijpt.

    Twijfel je of je ‘le’ of ‘la’ moet gebruiken? Of weet je niet of je ‘un’ of ‘une’ voor een Frans woord schrijft? Dan biedt Frans leren uitkomst. Wanneer je actief aan de slag gaat met de Franse taal, weet je straks namelijk of een woord mannelijk of vrouwelijk is. In dat geval is de kans klein dat je hier voortaan nog de fout mee ingaat bij Franse vertalingen.

  6. Werkwoorden niet of op de verkeerde manier vervoegen

    In Nederland vervoegen we werkwoorden. Zo is het bijvoorbeeld ‘ik loop’, ‘hij loopt’ en ‘wij lopen’. Wie denkt dat dit alleen in de Nederlandse taal gebeurt, heeft het mis. Ook in het Frans worden werkwoorden vervoegd. Uit ervaring weet Vertaalbureau Perfect dat dit een veelgemaakte fout is bij Franse vertalingen. Sommige Franse werkwoorden worden helemaal niet vervoegd, terwijl andere werkwoorden op de verkeerde manier vervoegd worden. Gebruik je bij formeel of informeel schrijven in het Frans de verkeerde vervoeging van een werkwoord? Dan begrijpt een Fransman mogelijk niet waar je het over hebt.

    Om de kans op fouten bij vertalen van en naar het Frans te verkleinen, moet je weten hoe je werkwoorden in deze taal vervoegt. Hiervoor moet je de basis van de Franse werkwoordspelling onder de knie hebben. Alhoewel dit niet bijzonder lastig is, zijn er veel mensen die hier moeite mee hebben. Dit komt vooral doordat werkwoorden in het Frans in verschillende tijden kunnen staan. Om fouten bij Franse vertalingen tot een minimum te beperken, is het verstandig om in ieder geval de tegenwoordige en verleden tijd van veelgebruikte Franse werkwoorden te kennen.

  7. ‘Tu’ gebruiken in plaats van ‘vous’

    In Nederland hebben we de neiging om iemand al snel te tutoyeren. Je spreekt in dat geval iemand aan met ‘je’ of ‘jij’ in plaats van ‘u’. Ga je een Nederlandse tekst naar het Frans vertalen? ‘Dan heb je misschien de neiging om woorden als ‘je’ en ‘jij’ te vertalen met ‘tu’. Dit is in principe correct, maar volgens de Franse etiquette doe je dit alleen bij mensen die je kent. Fransen worden namelijk niet graag getutoyeerd. Ken je een Fransman niet persoonlijk? Spreek hem/haar dan altijd aan met ‘vous’ (u) in plaats van ‘tu’ (je/jij). Doe dit net zolang tot de persoon aangeeft dat hij of zij het prima vindt om getutoyeerd te worden. Vanaf dat moment mag je ‘tu’ gebruiken.

  8. Bijvoeglijke naamwoord voor zelfstandig naamwoord

    Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord noemen we een bijvoeglijk naamwoord. In de zin ‘de blauwe auto’ is ‘blauwe’ het bijvoeglijk naamwoord. Dit zegt immers iets over het zelfstandig naamwoord ‘auto’. Zoals je in het voorbeeld al zag, staat het bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands voor het zelfstandig naamwoord. Ga je een tekst van het Nederlands naar het Frans vertalen? Zet het bijvoeglijk naamwoord dan niet klakkeloos voor het zelfstandig naamwoord, want in het Frans staat een bijvoeglijk naamwoord vaak achter het zelfstandig naamwoord. Kijk maar eens naar de onderstaande voorbeeldzinnen:

    • La voiture bleue (de blauwe auto)
    • Le vin rouge (de rode wijn)
    • Ma mère malade (mijn zieke moeder)
  9. Het is overigens niet zo dat een bijvoeglijk naamwoord in het Frans altijd achter het zelfstandig naamwoord komt te staan. Zo is ‘la vieille dame’ bijvoorbeeld de juiste vertaling van ‘de oude dame’. Het bijvoeglijk naamwoord staat hier juist voor het zelfstandig naamwoord. Ook ‘beau’, ‘belle’, ‘joli’, ‘grand’ en ‘petit’ komen in het Frans altijd voor het zelfstandig naamwoord te staan.

  10. Europese Unie vertalen met ‘EU’

    Wil je een Nederlandse tekst naar het Frans vertalen en gaat deze over de Europese Unie? Dan heb je vast de neiging om dit af te korten tot EU. In Nederland wordt deze afkorting inderdaad gebruikt voor de Europese Unie, maar in Frankrijk niet. Wanneer een Fransman het over ‘l’EU’ heeft, bedoelt hij namelijk de Verenigde Staten (les États-Unis). De Europese Unie wordt in het Frans afgekort tot ‘l’UE’ en dat staat voor Union Européenne.

  11. Woordje ‘c’est’ verkeerd vertalen

    In de Franse taal wordt het ene woord vaker gebruikt dan het andere woord. Een voorbeeld van zo’n woord is ‘c’est’. Dit kan vertaald worden als ‘het is’. Wanneer je de Nederlandse zin ‘het is twaalf uur´naar het Frans moet vertalen, is de kans groot dat je dit als volgt doet: ‘c’est midi. Alhoewel een Fransman waarschijnlijk wel begrijpt wat je bedoelt, is het grammaticaal niet correct. De juiste vertaling is namelijk ‘il est midi’. Wil je aangeven dat je iets geweldig vindt? Dan gebruik je juist wel ‘c’est’. In het Frans zeg je dan namelijk: ‘c’est génial!’.

    Let op: na het gebruik van ‘c’est’ volgt altijd de mannelijke vorm van een bijvoeglijk naamwoord. Het is dus ‘c’est beau’ en niet ‘c’est belle’.

  12. Spreekwoorden en gezegden letterlijk vertalen

    Omdat er in de Nederlandse taal veel spreekwoorden en gezegden voorkomen, denk je mogelijk dat je deze één-op-één kunt vertalen naar het Frans. Dit is alleen niet het geval, want Fransen hebben geen idee wat je bedoelt als je Nederlandse spreekwoorden en gezegden in een Franse tekst verwerkt. Neem bijvoorbeeld het spreekwoord ‘oude koeien uit de sloot halen’. Vertaal je dit in het Frans als ‘vieilles vaches hors du fossé’? Dan heeft een Fransman geen idee wat je hiermee bedoelt. Zeg daarom liever iets als ‘il ne faut pas remuer le passé’. Een Fransman begrijpt dan dat je het niet over het verleden wilt hebben en zal hier dan ook niet over beginnen.

  13. Franse vertaling uitbesteden

    Nu je weet welke fouten veel gemaakt worden bij Franse vertalingen, kun je hier rekening mee houden als je zelf gaat vertalen. Twijfel je of je zelf een tekst van het Nederlands naar het Frans kunt vertalen? Overweeg dan om de tekst te laten vertalen door een Frans vertaalbureau. De tekst wordt dan vertaald door native speakers, waardoor je verzekerd bent van een foutloze tekst die iedere Fransman begrijpt.

© Copyright 2024 - Vertaalbureau Perfect B.V.