Je ziet ze veel, woorden uit andere talen die opgenomen zijn in het Nederlands. Uit het Engels haalden we woorden als service en interview. Uit het Frans haalden we horloge en populair en uit het Duits haalden we woorden als sowieso en überhaupt. Ook hebben we een aantal woorden uit het Spaans overgenomen, hieronder een aantal zogeheten leenwoorden uit het Spaans.
Macho bijvoorbeeld. Waar in Spanje het woord macho 'mannelijk' betekent, gebruiken we in Nederland voor een man die zich overdreven mannelijk gedraagt en zijn moed, fysieke mannelijkheid en agressiviteit tentoonspreidt. Ook hebben we de Spaanse term siësta overgenomen. Hiermee bedoelt men een middagdutje, vaak na de lunch. Het is een traditie die vooral in warme landen bestaat. Ook het woord embargo is in Nederland vanuit het Spaans overgenomen. Dit houdt een handelsverbod tussen bepaalde landen in. Verder hebben we ook woorden als lasso, Guerilla en paella uit het Spaans gehaald.
Spanje heeft ook een aantal woorden die van de Nederlandse taal afkomstig zijn. De Spaanse ‘Flamenco-dans’ komt namelijk van het woord ‘Vlamen’. Dit stamt af uit de tachtigjarige oorlog (1568-1648). Er kwamen in die tijd grote groepen zigeuners uit het Noorden van Europa. Ze dachten dat dit om ‘Vlamingen’ ging (ze hadden geen idee waar Vlamingen of Duitsers woonden), dus werden ze ‘Flamenco’s’ genoemd. Zo werd de Spaanse zigeunerdans de Flamenco genoemd.